here's to never growing up

ZigZag

Inmiddels ben ik alwéér het halve zuidereiland over gecrossed... maar laat ik beginnen bij waar ik gebleven was. WWOOFen in Motueka. Ik zou een week verblijven bij Irma, Jan-Albert en hun 3 kinderen. Bekende namen? Dat kan! Want Irma en Jan-Albert zijn - als ik het goed onthouden heb - 22 jaar geleden vanuit Nederland naar Nieuw Zeeland verhuisd. Ik geef ze groot gelijk... Ik was nog aardig duf toen ik in Motueka aankwam. Het was 08.30 en ik had er al een busrit van een uur opzitten. Bovendien was het hostel in Nelson een half uur lopen vanaf het centrum (ik moet toch eens leren daarnaar te kijken), dus ik was al even wakker. Ik werd opgehaald door Irma en 2 dochters. We zouden eerst wat boodschappen gaan doen en daarna naar 'huis'. Veel boodschappen waren er niet nodig, want met een grote tuin, een paar koeien, kippen, twee varkens en een zoon die van jagen houdt heb je bijna alles al bij huis. Ik had een eigen hutje tot mijn beschikking en toen ik al mijn spullen een plekje had gegeven was het ongeveer 10:00. 10:00 is koffietijd. En koffie wordt serieus genomen in huize WantooWantoo. Long black? Flat White? Cappucino? Latte? De keuze was reuze. Ik koos vrijwel elke dag voor een flat white en Irma had elke dag weer een zelfgemaakte en gezonde lekkernij voor erbij. Er kwam van alles ter sprake van bureaucratisch Nederland en het verhuizen naar Nieuw Zeeland tot geweldloos communiceren en thuisscholing. Na de koffie namen we door wat ik precies zou doen die week. De familie gaat binnenkort voor vakantie naar Europa en ze willen voor die tijd het huis graag schoon hebben. Ik zou de ramen wassen en de keuken en de porch schoonmaken. Daar kon ik mijn weekje wel mee vullen. Ik heb niet alleen schoongemaakt op WantooWantoo. Irma leerde me een koe melken, ik heb een dagje in de tuin gewerkt en op een avond hebben Irma, Jan-Albert en ik het nummer Falling Slowly ingestudeerd (ik op gitaar) om het vervolgens een paar dagen later op te nemen in de studio van een van de huurders op het land. Onder het mom van leuk souvenirtje ;) Ik heb het eindresultaat nog niet gehoord haha. Zondag was mijn vrije dag en ook die werd wel besteed. 's Ochtends zijn we naar de markt in Motueka geweest en 's middags was er een buurtpicknick met allerlei spelletjes. Aanvankelijk voelde ik me een beetje een buitenbeentje, maar uiteindelijk heb ik het erg naar mijn zin gehad! Hoewel ik na een week weg ging bij Irma en Jan-Albert bleef ik nog wel even in Motueka om uit te vogelen wat ik verder zou doen. Ik kreeg als tips het Abel Tasman NP en Wharariki. In Abel Tasman NP is een track van een aantal dagen, waar ik heel wisselende dingen over had gehoord. Ik besloot een deel van de track te lopen, van Anchorage naar Marahau, wat maar een paar uur zou zijn. Gelukkig scheen de zon en was het lekker warm. Het barst namelijk van de stranden in Abel Tasman NP en dan is het natuurlijk wel zo fijn als je daar ook van kunt genieten. Ik ben zelfs de zee even in geweest! Maar 1 dag was voor mij genoeg. Ik vond het wandelen zelfs die dag al een beetje eentonig. Voor Wharariki was het het handigst om een auto te huren. In Motueka had ik daar geen geluk mee, dus ging ik de volgende dag met de bus terug naar Nelson om vervolgens een auto op te halen, terug te rijden naar Motueka om mijn spullen op te halen en vervolgens door de bergen naar Takaka te crossen (menig local zou jaloers zijn). Takaka is echt een hippie plaatsje. Iedereen loopt er in yoga kleding, alles is biologisch en er zijn allemaal alternatieve winkeltjes. Het plaatsje is klein, maar ik kwam erachter dat in de buurt de Rawhiti Cave waren en de Te Waikoropupu springs, dus daar besloot ik de volgende dag, op weg naar Wharariki, heen te gaan. De Rawhiti Cave waren een uitdaging om te vinden. Ik had de instructies niet heel goed gelezen en reed daardoor twee keer verkeerd. Je moet namelijk in een klein plaatsje een landweggetje oprijden, een erf oprijden en dan nog een hek door en een kilometer verder rijden. Ook was ik even vergeten dat het een uur lopen was naar de grot. Ik moet altijd wel lachen om de moeilijkheidsgraden van de paden hier. Dit was een 'easy tramp' volgens DOC. Dat betekent over het algemeen dat er een pad is. Dat het pad steil omhoog loopt en je soms met een liaan moet abseilen maakt daarbij geen reet uit haha. Na iets minder dan een uur kwam ik bij de grot aan en was ik toch blij dat ik de moeite had genomen om erheen te gaan. Het was een stuk groter dan ik had gedacht en het hing vol met stalactieten! Lang kon ik er niet blijven, want ik ging nog naar Te Waikoropupu. Dat was gelukkig een stuk makkelijker te vinden en maar een half uurtje rijden. En jeetje, ze liegen niet dat het een van de helderste bronnen ter wereld is. Je kon de hele bodem zien, zelfs de overkant! Alsof er geen water in stond. Glashelder. Heel mooi. Na een rondje om de bron gelopen te hebben (je mag het water absoluut NIET aanraken) hupste ik weer in de auto en ging de weg verder naar Wharariki. En voor de mensen die het zich afvragen; links rijden is heel makkelijk! Gaat praktisch vanzelf :) Ik was blij verrast dat in Wharariki het zonnetje scheen. De heuvels daar deden me aan Ierland denken, minus alle muurtjes, en na een korte wandeling kom je op het strand, waar grote rotsformaties uit de zee steken. Erg mooi! Ik bleef op het strand tot de zon onder was en de sterren aan de hemel verschenen. Blij dat ik deze kant nog op was gegaan. De auto moest weer terug naar Nelson en ik ging met de bus op weg naar Greymouth. Ik was er in Motueka namelijk per ongeluk achter gekomen dat de Tranz Alpine trein weer reed (die had i.v.m. een brand een tijd niet gereden) en ik had het geluk er zo vroeg bij te zijn dat ik een plaatsje had geboekt! Greymouth was opzich ook wel een aardig plaatsje. Het bleek dat ik wederom een half uur naar mijn hostel moest lopen - een goed hostel, dat wel. Je schijnt op het strand daar Jade stenen te kunnen vinden (die worden hier in alle souvenirwinkels verkocht). Ik deed een korte poging maar vond niks. Met een van de hostel fietsen besloot ik een rondje Greymouth te fietsen. De fiets was véél te klein voor me, waardoor de rit oncomfortabel, maar nog steeds stukken sneller dan lopen, was. Ik fietse naar het puntje van de golfbreker en vond daar zowaar een stalletje dat Dutch stroopwafels verkocht haha. Ik heb er niet een gekocht trouwens, dat leek me meer iets om op de markt te doen als ik weer thuis ben... ik at wel de beste fish 'n chips in town (écht heel lekker) en dronk the best coffee in town (discutabel). Om 14.05 was het tijd om aan boord te gaan van de Tranz Alpine train. Een aangename afwisseling van het reizen met de bus. Ik had twee keer zoveel beenruimte, kon rondlopen, koffie/thee etc. halen en zelfs naar buiten gaan! Hoewel het weer niet erg meezat was het toch een mooie reis. In Arthur's Pass stapte ik uit en bleef ik een nachtje slapen. Dat het regende was in Arthur's Pass niet zo handig, want daar is behalve wandelen niet echt wat te doen. Nu is wandelen in de regen opzich niet zo erg - ik ben dan ook even naar de waterval gelopen - maar een berg opklimmen terwijl het regent en bewolkt is, is de moeite gewoon niet waard. Dus helaas! Op naar Christchurch. In Christchurch had ik een gevangenis die omgebouwd was tot hostel geboekt, tevens favoriet van Lonely Planet en ook nog het dichtsbij het treinstation. Dat het alsnog 40 minuten lopen was, was jammer. Christchurch heb ik verder nog niet bekeken want daar kom ik nog terug om *slik* Nieuw Zeeland te verlaten. In plaats daarvan heb ik weer een auto gehuurd. Ik wilde namelijk nog graag naar Tekapo, Mt. Cook en Wanaka. Dus ik vertrok de volgende dag in mijn Mitsubishi Colt richting Tekapo. Onderweg kwam ik erachter dat mijn knipperlichten meer niet dan wel werkten en dat is best gevaarlijk hier, aangezien je een afslag vaak gewoon midden op de snelweg moet nemen. Maar, toch veilig aangekomen. Tekapo staat bekend om 2, nouja eigenlijk 3, dingen; lake Tekapo, the church of the good shepherd, en het dark sky reservaat - sterren kijken! Al dezelfde avond kon ik die drie mooi combineren. Sterren kijken bij the church of the good shepherd aan lake Tekapo. Het was mooi om de melkweg weer eens te zien! *Neemt even pauze om op te zoeken of de melkweg inderdaad melkweg heet vanwege de witte kleur* volgens Willem Wever wel, soort van. Ik deed mijn best wat foto's te maken, maar kreeg natuurlijk maar een fractie van de sterren op de foto. Nu is het in Tekapo al best koud 's nachts, zo rond het vriespunt (ja, het mag bij jullie lente zijn, hier is het herfst inmiddels) en zou ik slapen in een glamping tent. Ik had 3 dekens en een kruik tot mijn beschikking en ik heb ze allemaal gebruikt. De koude resulteerde erin dat ik de volgende dag snel mijn spijkerbroek aandeed, ontbijten, aankleden - je kent het wel - want ik ging naar Mt. Cook NP. Daar aangekomen kwam ik erachter dat ik vergeten was een andere broek aan te doen. En hoewel de reis naar Mt. Cook een van de mooiste is die ik ooit gereden heb - ik heb wat traantjes weg gepinkt - had ik geen zin om een uur terug te rijden om een andere broek aan te doen. Dus zo, lieve bloglezertjes, geschiedde het dat ik op een mooie warme najaarsdag, in spijkerbroek, 6 uur de berg op en af klom. Kruistocht in spijkerbroek, zou je het best kunnen noemen. Ik was eerst niet eens van plan om helemaal naar de Mueller hut te lopen, vanwege de spijkerbroek, maar het uitzicht vanaf de lookuit viel zo tegen dat ik toch maar besloot om verder te lopen. En mocht je je afvragen of het dan echt zo bijzonder onpraktisch is, dat klimmen in een spijkerbroek; ja. Er waren zelfs mensen die foto's van me maakten en er was één iemand die me op Facebook had gezet onder het mom van 'weer zo'n onvoorbereide muts'. Maar hey, dikke vinger, want ik ben mooi wél naar de Mueller hut gelopen, in mijn freakin spijkerbroek. Ik was wel dood toen ik beneden kwam. Niet eens vanwege de broek, maar omdat de ene helft van de track uit trappen bestond (ik haat trappen!) en de andere helft uit rotsen. Ik had vroeg naar bed kunnen gaan, maar ik besloot om weer sterren te gaan kijken en ik deed een wens bij elke vallende ster. Ik word heel gelukkig denk ik. Inmiddels was ik er ook achter dat mijn koplampen er mee ophielden als ik mijn knipperlicht probeerde te gebruiken, dus had ik het verhuurbedrijf maar eens even gebeld. Ik kon in Queenstown een andere auto ophalen en Queenstown ligt op een uurtje rijden van Wanaka, mijn volgende bestemming. Aangezien iedereen die ik over Wanaka sprak helemaal lyrisch was over de plaats ('Queenstown in het klein') besloot ik in Wanaka te blijven tot ik terug moest naar Christchurch. 5 hele dagen. Dus ik schrijf jullie nu vanuit Wanakabakpaka. Gisteren heb ik hier voor de verandering maar eens een berg beklommen. Roy's peak. Gelukkig had ik gezelschap van een Canadees en een Zwitser want de track zelf was nogal saai. Een 4WD pad dat zigzaggend omhoog liep, puur functioneel dus. Maar het uitzicht maakte alles goed en als je zo eens naar mijn reis van de afgelopen weken kijkt op de landkaart dan past dat zigzaggen wel bij mij. Na Roy's peak reed ik naar Queenstown (zig) om de auto om te wisselen. Ik rijd nu in een veel te grote Nissan met Japanse boordcomputer. Ik ga hier nog een een paar dagen genieten voordat ik naar Christchurch terug rijd (zag) om Nieuw Zeeland te verlaten. Naar huis ga ik nog niet. Eerst nog lekker een weekje Bali, samen met Jacquelien. Even bijkomen ;)

Verliefd

Jaaaa daar ben ik weer! Hopelijk zijn jullie een beetje bijgekomen van de vorige blog, want hier gaan we weer... Hoewel ik me in Milford Sound echt heb dood verveeld (geen internet, geen bereik, geen boeken, e-reader niet mee, geen spelletjes) en mijn dagelijkse hoogtepunt bestond uit het naar de haven lopen en onderweg een drankje halen, voelde ik me op de dag van vertrek toch een beetje sip. Wéér een mooie plek die ik achter moest laten. Eenmaal in de bus kon ik nog even nagenieten, want de weg van en naar Milford Sound is al even spectaculair als de plek zelf, totdat het landschap langzaam aan weer veranderde in farmlands. De reis ging terug naar Te Anau, om de rest van mijn spullen op te halen, en de volgende dag door naar Stewart Island. In Te Anau trof ik zowaar een van m'n oude roomies, die intussen ook de Milford Track had gelopen, dus konden we mooi bijkletsen. De volgende dag moest ik vroeg op. Ik geloof dat de bus om 08:00 vertok, en dan moet je 07:45 aanwezig zijn. Gaap. Gelukkig had ik, uiteraard, mijn spullen allang ingepakt. De busreis ging met de nodige tussenstops naar Bluff en vanuit daar ging de ferry naar Stewart Island. Een uur lang werden we heen en weer en op en neer gegooid door de golven van een meter of 5 hoog (het was redelijk kalm die dag zei de kapitein). Ik deed mijn best om naar de horizon te blijven kijken en rustig te ademen en ik werd zowaar niet misselijk - ja lieve bloglezers, op kleine bootjes over hoge golven wil ik nog wel eens misselijk worden. Eenmaal aangekomen in Oban had ik het hostel al snel gevonden. Het centrum van Oban telt namelijk een straat of 3. Ik was hier met één doel: kiwi's in het wild zien (de vogel welteverstaan, niet de mensen en zeker niet het fruit). Ik had het plan om de Rakiura Track van 3 dagen te gaan lopen (dit leest mijn familie nu voor het eerst volgens mij), maar het zou regenen, regenen en nog meer regenen en ik zag bij de DOC foto's van mensen die tot hun knieën in de modder stonden, dus ik heb geannuleerd. Zonder track moest het ook wel lukken. Het scheen dat de beestjes 's nachts soms gewoon midden op straat liepen. Dus mijn dagen bestonden uit laat gaan slapen en vroeg opstaan om kiwi's te spotten. Voor degenen die het niet weten; kiwi's zijn hele schuwe vogels die met name in de nacht actief zijn. Nu ben ik in Oban een aantal dingen te weten gekomen; het regent er regelmatig, het waait er hard, dit stopt niet als het donker wordt, de hostels zijn daar helemaal op ingericht met veel films en spelletjes (ik heb alle Hobbit en LOTR films gezien daar) én ik beleef er geen plezier aan om in het donker als het regent en hard waait in mijn eentje met een miezerig rood lampje door het bos te lopen - zélfs niet om kiwi's te zoeken. Ik zag van alles hoor, herten, katten, little blue penguins, duiven maar géén kiwi's :( De tijd begon inmiddels te dringen want ik had nog maar twee dagen op Stewart Island. Nog twee dagen om één van de 20.000 kiwi's die daar leven te vinden. Dus ik besloot professionele hulp te zoeken. Neeeee, niet omdat ik tegen bergen praat, maar om een kiwi te vinden. De hostel eigenaar wist een lokaal bedrijfje dat dat tegen een gunstige prijs deed. Mooi. Zo belandde ik die avond bij Saff in de auto. Een meiske uit de UK dat verzot is op vogels en op Stewart Island haar droombaan heeft gevonden (hmmm). Saff vertelde mij en drie mede toeristen van alles over de kiwi. Wist je bijvoorbeeld dat ze feitelijk gezien de kortste snavel hebben van alle vogels? Dat wordt namelijk gemeten vanaf de neusgaten en die zitten bij een kiwi vlakbij de punt van de snavel. Helaas vertelde ze ook dat het moeilijk zou zijn om ze die avond te zien omdat het zo hard regende (...) en ze dan veel meer in het bos blijven. Saff probeerde van 22:00 tot 00:30 om een kiwi voor ons te vinden. Maar helaas. Het was pas de tweede keer waarbij het haar niet was gelukt. Ze vond het zo jammer voor me dat ze me de volgende dag kosteloos weer mee zou nemen. Mijn laatste kans!!! Haar manager was het daar niet helemaal mee eens waardoor ik een klein bedrag moest bijleggen maar dat vond ik geen probleem. De volgende avond vertrokken we weer en vertelde Saff weer van alles over de kiwi aan de 3 nieuwe toeristen. Tot ze plots de lampen van de auto doofde, de motor stil zette en ons zei dat we héél stil moesten zijn. En toen, oh boi oh boi oh boi, kwam er op nog geen meter afstand een kiwi uit de bosjes lopen :D Best day everrr! Hij scharrelde rustig rond, porde wat met z'n snaveltje in de bodem, liep een rondje om de auto en liep toen rustig weer weg. Ik was zo van mn apropos dat ik vergat een foto te maken. Gelukkig had Saff dat wel gedaan en zou ze ons taggen op Facebook. Maar wat ontzettend gaaf om een kiwi te zien! Later op de avond kregen we nog zo'n bijzondere ontmoeting. Ik was helemaal gelukkig. Moe maar voldaan kroop ik m'n bedje in. De volgende ochtend vertrok ik met de ferry weer naar Bluff over een verrassend vlakke zee. Ik kon zelfs een kopje thee nuttigen. Vanuit Bluff ging de reis naar Queenstown en eenmaal in Queenstown... wilde ik er nooit meer weg. Ik had al veel over de stad gehoord en was er zelf op weg naar Te Anau ook eventjes geweest. Sommige mensen heel positief en anderen heel negatief. En ik? Ik ben verliefd. Op Queenstown. Ik vond het altijd wat overdreven als mensen zeiden dat ze verliefd zijn op Parijs of Barcelona of Lutjebroek. Maar nu snap ik dat het echt kan. Allereerst is de ligging super mooi, aan het Wakatipumeer met The Remarkables op de achtergrond. Er zijn veel toeristen/ backpackers, maar dat zorgt voor een levendige sfeer, genoeg horecagelegenheden en winkels die ook 's avonds nog open zijn. En ik heb zoveel mogelijk Queenstown clichés gedaan en ervan genoten. De Fergburger, de gondola, de luge, maar bovenal de nevis bungy en het beklimmen van Ben Lomond. Ik ben er inmiddels achter dat ik het gelukkigst ben als ik op een berg sta (zwaar leven thuis). En Ben Lomond is een van mijn favorieten. Niet al te lang, niet al te zwaar, niet te druk en een super uitzicht met een kea als gezelschap. But what goes up must come down en de volgende dag ging ik down met de hoogste bungy van Nieuw Zeeland. De nevis bungy; 134m. Waarom? Omdat de medewerker van het hostel zei dat je dan na je doodschrik nog even hebt om bij te komen en van je val te genieten. En zo is het echt! Is het eng? Hell yeah! Ik stond op de rand en zei letterlijk dat ik het niet wilde. De bebrilde en besnorde jongeman zei 'natuurlijk wel, iedereen is bang, kijk recht voor je en kies een focuspunt in de bergen' (in het Engels dan hè :P). 3... 2... 1... en dan gá je maar gewoon. Het gaat eigenlijk zo snel allemaal. Je valt, je schrikt en dan krijg je een enorme stoot adrenaline en een enorme grijns op je smoel. Ik ten minste. Sommige mensen huilen. Je stuitert nog een paar keer. Bij de derde keer mag je je benen van elkaar losmaken zodat je rechtop komt te zitten en dan wordt je weer omhoog getakeld. Mijn grijns was blijkbaar nogal aanwezig want ik kreeg twee grijnzen terug toen ik op het plateau verscheen. 'Was it good?' *herhaalt eigen uitdrukking niet ivm taalgebruik* maar it was zeker good ;) Queenstown heeft een plekje in mijn hart veroverd. Al veel te snel moest ik afscheid nemen want ik had een WWOOF adres in Motueka. Dat betekende dat ik in één ruk met de bus van Queenstown naar Franz Josef glacier ging (8 uur) en de volgende dag van Franz Josef naar Nelson (10 uur). Over de busreis valt niet veel te vertellen en Franz Josef heeft me nooit echt geboeid met dat beetje ijs dat ze daar gletsjer noemen. Maar de wandeling erheen was wel aardig. Nelson heb ik alleen bij nacht gezien en hoe het WWOOFen me vergaan is en waar ik nu zit, dát, lieve bloglezertjes, lezen jullie de volgende keer.

Hoogtepunt

Wauw, ik loop een half eiland achter met mijn blog... tijd om jullie de komende dagen bij te kletsen! (prepare...) De reis vanaf Ahwi Farm ging dus via Auckland en Queenstown (en een vliegtuig daar tussenin) naar Te Anau. Ik had expres een paar nachten extra geboekt zodat ik me kon voorbereiden op de Milford Track. Daar moest Te Anau natuurlijk helemaal op ingericht zijn, met zoveel meerdaagse wandelroutes in de buurt! De twee winkels die outdoor spullen verkochten waren daar, met hun beperkte assortiment, inderdaad helemaal op ingericht. De rest van het plaatsje niet echt. Hoewel ze wel verdraaid lekkere pies verkopen, maar daar heb je op een berg niet echt iets aan. Toen ik erachter kwam dat de longsleeves die ik nog wilde hebben 200 nzd per stuk waren heb ik ze maar laten hangen... Gelukkig had ik in het hostel ook nog een andere mogelijkheid ontdekt; Bev's camping gear hire... "alles voor de niet voorbereide backpacker" (ok dat was niet echt hun slogan maar het past wel). Vol goede moed liep ik erheen om erachter te komen dat er merkwaardige openingstijden waren. Van 09:00-12:00 en van 17:30-19:00. Aangezien ik geen zin had om een half uur voor de deur te wachten (het was 17:00) besloot ik de volgende dag terug te gaan. Ik moest immers nog genoeg andere voorbereidingen treffen en ook nog wat uitrusten. De volgende dag haalde ik mijn kaartjes voor de track op, bekeek ik de weersvoorspellingen (zon!), had ik een goed gesprek met mijn knie (daarover zo meer) en vergat ik naar bev's camping gear hire te gaan. Hmmm, onhandig. Ik had nu namelijk nog één mogelijkheid om te gaan en met al die wandelaars konden spullen best wel eens uitgeleend zijn. Lichte stress. Daar kwam nog bij dat mijn knie begon te protesteren. Ik had half Nieuw Zeeland al doorgelopen en net nu ik een paar dagen rust had begon ze te zeuren. Dan maar even langs de apotheek voor een knieband en nog naar de supermarkt om eten in te slaan want dat hike voedsel was me met 10nzd per maaltijd veel te duur. Na 2 uur in de supermarkt besloot ik dat mijn dieet zou bestaan uit een ontbijt van havermout op waterbasis met dadels, de lunch uit rijstwafels met pindakaas, een mueslireep en op de zwaardere dagen knijpfruit (hier alleen op de babyafdeling te krijgen) en als avond eten instant pasta/rijst/noodles met cheddarkaas want dat spul vergaat toch niet. Ohja en als toetje twee kleine koekjes en thee. Na mijn avontuur in de supermarkt, wandelen rond lake Te Anau en hangen met de roomies, was het tijd om de tas in te pakken. Met 5 kilo aan eten (ik moest helaas voor mijn 4 dagen in Milford Sound ook eten meezeulen aangezien daar geen supermarkt is) lukte het me niet om binnen mijn beoogde 10 kilo te blijven. Dus ging ik uiteindelijk met bijna 15 kilo op pad. En voor de oplettende lezer; ik had bij Bev's twee longsleeves én een pole (alles voor de knie) kunnen huren. Op de ferry naar Glade Wharf, de start van de track, kon ik mijn steentje bijdragen aan de Nieuw Zeelandse ongediertebestrijding door het doodmaken van enkele ongewenste doch aanwezige rittens. Lang leve de werkervaring. Mijn humeur was wel even van slag, maar na een prachtige ferry tocht scheen het zonnetje niet alleen op maar ook in mijn hoofd. Eindelijk! Mijn Milford Track avontuur kon beginnen. Aanvankelijk was ik best een beetje zenuwachtig aangezien ik nog nooit met zoveel bepakking had gelopen, maar ik was er al achter dat bijna niemand dat had, dus dat moest goedkomen. De eerste dag zou sowieso een eitje zijn aangezien de eerste hut slechts 2 uur lopen was. Vol goede moed ging ik op pad. Aanvankelijk was ik licht teleurgesteld want ik liep alleen maar door bos. En dat soort bos had ik al heel veel in gelopen. Gelukkig veranderde dat al snel en na het passeren van de eerste bruggen en waarschuwingsborden kreeg ik uitzicht op de bergen. Whoooohooooo. Het duurde niet lang of de eerste hut, de Clinton hut, kwam in zicht. Ik was zowel aangenaam verrast als teleurgesteld. De hut was namelijk best luxe voor een hut. Er waren meerdere gasstellen om op te koken, warm water, normale toiletten en leesvoer. Dikke prima. Daar kwam nog bij dat Ranger Ross de real life versie van de GVR was, minus het taalgebruik. Alleen ik vond het minder dat ik de slaapkamer deelde met minstens 20 mensen (ik vind 6 al veel) en dat er weliswaar matrassen waren, maar dat je dat niet voelde als je lag. Oh well. Ik besloot vroeg mijn bedje in te duiken en dat had weinig nut want de meeste wandelaars hadden blijkbaar nog nooit een slaapkamer gedeeld met 'vreemden'. Dus lieve bloglezertjes, mochten jullie ook tot deze groep toebehoren, dan wil ik jullie graag kennis laten maken met een aantal van mijn slaapzaal etiquette;
1. Gij loopt met lichte tred - ik zweer het, die mensen maakten meer lawaai dan een olifant in een porseleinkast

2. Gij houdt uw mond dicht - praten doe je maar in de keuken of lounge

3. Gij ontsteekt geen licht - je zorgt gewoon dat je weet waar je spullen liggen en als het echt niet anders kan pak je je mobiel ofzo. Niet de plafonière.

4. Gij loopt één keer in en/of uit - niet eerst om naar de wc te gaan, dan om je boek te pakken, dan om naar de badkamer te gaan en nog gewoon een keer voor de leuk

5. Gij pakt uw tas in voor 21:00 op de avond voor vertrek - niet om 06:00 in den ochtend

6. Gij sluit de deur zachtjes - echt waar, je kan het, probeer het maar eens


Namens je toekomstige roomies en ik alvast bedankt!

Na een korte, maar uiteindelijk toch goede nachtrust vertrok ik als één van de eersten weer. Vandaag zouden we sporen van de oude telefoonlijn zien, de vogels die Ross had beschreven proberen te spotten en een aantal meertjes en watervallen passeren. De wandeling zou een uur of 6 duren vandaag. Ik was helemaal in mijn element, hoorde en zag meer vogels dan ik ooit bij elkaar had gehoord en gezien en maakte kennis met de weka en de sandflies (Austrosimulium, een soort zandvlo, maar dan anders). Ik raakte er al snel gewend aan om te praten tegen mijn lichaam (kom op beentjes!) en de bomen en bergen te groeten. En, hoewel ze niet terug praatten (ik ben niet helemaal koekkoek), begrepen ze me volgens mij prima want ik kreeg prachtige dingen te zien en de zon bleef schijnen. En dat is uitzonderlijk voor Fiorland. 4 dagen geen regen is daar een droogte. Ik kreeg er 7. Ook mijn knie hield het goed vol. Alleen mijn borstbeen begon aan het eind van de dag zeer te doen, maar met wat meer rust momenten was dat te doen. Ik arriveerde zowaar als één van de eersten bij de Mintaro hut. In de buurt zou een goed meer zijn om te zwemmen, dus besloot ik een kijkje te nemen. Nu zwemt ondergetekende alleen als het water boven de 25°C is en ik had al zo'n vaag vermoeden dat het water in de bergen dat niet ging halen... dat hoefde ik zelf niet te ondervinden. Het luisteren naar het gegil van twee Amerikaanse kerels die kopje onder gingen zei me genoeg. Een Nederlandse jongen bezweek onder de groepsdruk en ging met zichtbare tegenzin ook gillend het water even in. Daarna waren alle blikken op mij gericht... ik heb vriendelijk lachend mijn middelvinger opgestoken - ik blijf wel Annelien natuurlijk. De instant pasta smaakte best ok en de nachtrust was iets aangenamer nu iedereen moe was van het lopen. De volgende dag zou de zwaarste zijn. De dag waarop we naar het hoogste punt zouden klimmen. De Mackinnon pass. De ranger had ons soort van gewaarschuwd dat niet de klim, maar de afdaling het meeste van ons lichaam zou vergen en als we poles hadden moesten we die zeker gebruiken. Dag 3 vertrok ik ergens in de middenmoot. Dat gaf direct een hele andere ervaring omdat je regelmatig andere wandelaars tegen komt. De klim, waar ik best een beetje tegenop had gezien, viel me mee. Er waren vrijwel geen treden (ik háát treden). Het pad ging geleidelijk en zigzaggend omhoog. En ik was gelukkig. Heel erg gelukkig. Het is zo fijn om je zo klein en nietig te voelen tussen al die gigantische bergen. En dan het uitzicht vanaf de top... ik had er eeuwen kunnen blijven. Helaas was dat geen optie. Er stond me nog een afdaling van een paar uur te wachten. En dat was inderdaad pittig! Je knieën krijgen continue een dreun en doordat het uitzicht weinig verandert heb je ook geen afleiding. De weg leek eindeloos en het enige waar ik aan dacht waren de Sutherland falls en de koffie en thee die bij de volgende shelter zouden zijn. Toen ik daar eindelijk aankwam bleek dat de meeste wandelaars zich precies hetzelfde voelden. Gelukkig konden we onze backpack in de shelter achterlaten om naar de Sutherland falls te wandelen, met 580 meter de hoogste waterval van Nieuw Zeeland. Waar je in alle folders leest dat je een regenjas moet meenemen vanwege de hevige nevel, konden wij niet wachten om nat gesproeid te worden. De Amerikanen gingen uiteraard het ijskoude water weer in, waar ik besloot om op zo'n 20 meter afstand te blijven. En, voor de nieuwsgierige lezer, daar werd ik nog steeds zeiknat. Heerlijk. Alsof de dag nog niet perfect genoeg was zag ik op de track naar de falls een aantal kaka's én de zeldzame blue duck! Eerder op de dag had ik ook al kea's gezien. Whoooohooooo! Na 10 uur wandelen kwam ik dan eindelijk bij de hut aan. Het laatste stuk heb ik flink doorgelopen. Ik heb ondervonden dat je dan minder last hebt van pijntjes. We hadden nog één dag te gaan en die stond vooral in het teken van de boot halen. Ik was dan ook al vroeg op pad, met stiekem nog een andere reden. Ik wilde héél graag een kiwi zien en 's ochtends vroeg was er een kleine kans. In de ochtendschemer keek ik overal goed om me heen, maar het mocht niet zo zijn. Of toch? Om 07:30, het was al helemaal licht, ritselde er iets in de bosjes. Ik keek naar links en zag nog nét een kiwi heel hard wegrennen! Het ging zo snel dat ik niet eens echt goed zag of het een kiwi was, maar het kon eigenlijk niks anders zijn. Het kersje op de taart! Verder was het ook de dag dat ik me even pionier voelde. We passeerden namelijk het oudste deel van de track, dat sinds het ontstaan (1880 geloof ik) nooit gewijzigd is. Hoeveel mensen zouden daar al overheen hebben gelopen? Aan het einde van dat stuk hebben de makers hun naam gekerfd en dat is nog steeds te zien. Bijzonder! Het laatste stukje Milford Track heb ik afscheid genomen. Van de bomen, de bergen, de watervallen en de vogels. Ik was ze allemaal dankbaar voor deze mooie ervaring. Er was één dier waar ik graag afscheid van nam en wel bij Sandfly point, het einde van de track. De sandflies! De Maori legende gaat dat toen Fiordland geschapen was, de sandflies werden losgelaten bij sandfly point, om er zeker van te zijn dat de mens er vooral niet te lang zou blijven hangen. Een wijs besluit. Ik had nog een paar dagen in Milford Sound tegoed. Ik kayakte, deed de cruise en keek elke dag naar de sound maar het viel allemaal een beetje in het niet. Daar boven op de berg, de Mackinnon pass, waar ik klein en nietig was, dát was mijn hoogtepunt :)

Potatoes and magenta

Oké, het is iets meer dan één dag geworden, maar met een goed excuus... IK HEB WILDE KIWI'S GEZIEN :D Nu het spannende vervolg van het voorgaande blog... Kiwi's waren er niet op Ahwi farm. Wel muggen. Héél véél muggen. En ze hadden allemaal honger. Zo'n honger dat ze dwars door je kleding heen staken. Elke morgen, middag en avond. Tot ik blauwe plekken kreeg van het krabben en toen staken ze nog steeds. En toch was dat niet waar het op Ahwi farm om ging. Zelfs niet voor mijn 14 mede WWOOFers en mij. Voor ons ging het om oats, potatoes and magenta. Maar daarover later meer. Zoals gezegd werd Ahwi farm neergezet als educatief centrum voor duurzaamheid dus mijn verwachtingen waren hoog. Helaas kwam ik er al bij aankomst achter dat dat wat overdreven was. Geen kip te bekennen op de WWOOFers na. Ahwi farm is gewoon een soort van grote moestuin van een eigenaardige Maori dame, Lisa, die probeert van haar verzamelwoede af te komen en probeert duurzaam te zijn. Daarbij helpt ze een aantal keer per week op een Maori school, met name door daar de moestuin te onderhouden. Op Ahwi farm zelf is ook een grote moestuin. En de WWOOFers zijn eigenlijk verantwoordelijk voor het draaiende houden van alles. De dag dat ik aankwam waren de meeste WWOOFers er niet. Een gedeelte was met Lisa naar de school en een gedeelte was de Tongariro crossing aan het lopen. Dat laatste was ook mijn reden om naar Turangi af te reizen. Aangezien Lisa mij een slaapplaats moest wijzen was ik gedoemd te wachten op haar terugkomst. En dat duurde lang... héél lang. Ik was rond 14.00 uur daar en rond 20.00 uur kon ik dan eindelijk mijn thuis voor de komende 10 dagen betrekken. Yesss! Het was een caravan. Een piepkleine, vochtige, naar muizenpis stinkende caravan. Ik kon wel janken, maar was te moe dus ik kroop zo ver mogelijk weg in mijn slaapzak in de hoop dat ik geen ongewenst bezoek zou krijgen 's nachts. En ik sliep. De volgende dag beschrijft een typische Ahwi farm dag. Rond 08.00 uur is het ontbijt van oats (havermout) op waterbasis met wat er verder voor handen is. Vaak besjes, pruimen, bramen, suiker en kokosmelk. Degene die als eerste op is begint met het koken ervan. Na het eten halen we water bij de douches, alleen als de zon schijnt kunnen we warm water krijgen, en daarmee doen we de afwas. Rond 09.00 beginnen we met werken. Meestal onkruid wieden. Heel veel onkruid wieden. Tot 14.00, dan is de lunch en na het eten en afwassen zijn we vrij om te doen wat we willen. Alleen is er weinig te doen in Turangi. Halloooo e-reader. Lunch en avondeten zijn allebei warm en bestaan vrijwel altijd uit rijst of pasta met potatoes, magenta en wat er verder uit de tuin komt. Pompoen, courgette, aubergine etc.. Gelukkig hadden we creatieve mensen in de groep die iedere keer een origineel recept wisten te bedenken. Het koken gaat ontzettend traag, de gasvlam is nauwelijks sterk genoeg om het water aan de kook te brengen. Meestal beginnen we om 18.00 uur met koken en kunnen we om 21.00 eindelijk eten. Dan weer water halen en afwassen en dan nog even kletsen en naar bed. Om 08.00 begint de dag weer... Op dinsdag helpen we op de Maori school. Zoals gezegd ben je daar ook vaak onkruid aan het wieden, alleen dan de hele dag. Op de Maori school mag geen Engels gesproken worden dus proberen we zoveel mogelijk Duitse en Franse woorden te gebruiken (gezien ons gezelschap uit 3 Duitsers, 6 Fransen, 2 Engelsen, 1 Amerikaan, 1 Canadees en ik bestaat). Af en toe kunnen we stiekem meekijken met de ceremonies, die ik gedeeltelijk al wel ken, maar die ik nu in een heel andere context zie; voor het echie en door de schoolkinderen uitgevoerd. Bijzonder. Op dag 2 besluit ik mijn smerige caravan die nu thuis is een flinke schoonmaakbeurt te geven. Ik strik zowaar een van de andere WWOOFers die me wel wil helpen. En dan... bij het optillen van de matras... chaos... het stinkt er namelijk niet alleen naar muizenpis, het blijkt dat ik bovenop een muizennest geslapen heb! Ieieieieieieieiel! Dat gaat zelfs een dierverzorger te ver. Ik besluit met Lisa te gaan praten, die in het geheel niet verrast lijkt, en ik mag bij haar thuis op de bank intrekken. We maken alsnog de caravan schoon en enkele dagen later laat ze er alweer iemand anders in overnachten. Zucht. Lisa. Inmiddels twijfel ik behoorlijk of ik hier wel 10 dagen wil blijven. Ik ben elke dag 5 uur onkruid aan het wieden en leer helemaal niets. Maar ik wil heel graag de Tongariro Crossing lopen en heb daar een lift voor nodig, dus ik besluit te blijven. En mijn geduld wordt gelukkig beloond. Er arriveert een Amerikaans stel, Stefanie en Ross, voor de AirBnB van Ahwi farm (ja, echt waar...) en ik besluit maar gewoon te vragen of zij de crossing gaan lopen. Dat zijn ze de volgende dag, de enige zonnige dag die week, inderdaad van plan. En het is geen probleem als ik mee ga. Yesss! We spreken af dat we de volgende dag om 07.45 uur vertrekken. Alleen... de volgende dag zie ik alleen Ross. Hij vertelt dat Stefanie een enorme kater heeft dus dat hij haar laat slapen. Hij wil me gerust een lift geven, maar zelf gaan ze niet. Super lief! Ik scharrel snel wat eten bij elkaar, want de supermarkt was al dicht toen we de plannen maakten. Ik ontbijt met een appel en een pruim en heb nog 2 mueslirepen om mee te nemen. Nouja, ik heb vaak zat gesport op een lege maag en ik heb water genoeg, dus dat komt vast wel goed. Ik praat nog wat op Ross in dat ze echt wel moeten gaan vandaag. Het is een van de mooiste dagwandelingen die er is en ze zijn beide LOTR fan, dus ze moeten mt. Doom op! Hij zou het overleggen. Om 09.00 uur begin ik dan aan mijn wandeltocht van 19.4 kilometer. Het is super druk maar ik heb de tijd van mijn leven. De klim omhoog is stijl en heet niet voor niets the devil's staircase, maar het uitzicht is adembenemend. Ik zal proberen binnenkort wat foto's te uploaden. Eenmaal op de top besef ik ineens dat ik hier waarschijnlijk nooit meer terugkom. Ik probeer elk detail in me op te nemen. De vulkanen, de meren, de kleuren, de lucht. Alles. Nog één laatste keer goed kijken en dan keer ik me om en kijk ik niet meer achterom. De afdaling lijkt eindeloos. Uren lang hetzelfde uitzicht. Mijn twee mueslireepjes zijn inmiddels op, maar ik heb geen honger. En dan, na zo'n 7 uur lopen is het voorbij. Tongariro Crossing *check*. Toevallig sip ik op de parkeerplaats mijn laatste water uit mijn camelbag. Goed gerantsoeneerd. Verrassend genoeg krijgen we de volgende dag vrij van Lisa, om naar een festival in Rotorua te gaan met z'n allen. Dat doet me besluiten om mijn tijd op Ahwi farm dan maar uit te zitten, want met 2 vrije dagen is dat wel zo eerlijk. Gelukkig kunnen we als WWOOFers goed met elkaar opschieten dus als ik uiteindelijk vertrek vind ik dat zelfs een beetje jammer. Maar mijn reis gaat verder. Met de bus naar Auckland en dan met het vliegtuig naar Queenstown, doorreizend naar Te Anau waar de Milford Track op me ligt te wachten. En whooohooo wat heb ik er zin in :D Inmiddels heb ik dat allemaal alweer achter de rug en ben ik terug in Queenstown, maar daarover later meer ;)

Kouvatten en zonnesteken

Oh lieve bloglezertjes ik heb jullie een hele maand verwaarloosd! Er zijn dan ook een heleboel avonturen om te delen, dus laat ik gauw beginnen... om jullie geheugen op te frissen, we gingen dolfijnen spotten vanuit Paihia. De catamaran waar we op voeren zat volgepakt met toeristen als sardientjes in een blikje. Ik had een plaatsje weten te bemachtigen naast bekakt Nederland en luisterde het eerste half uur naar uitspraken als 'gunst denken ze nou écht dat ze nú nog een plekje op het bovendek weten te bemachtigen?!' (vrouw) en 'stipt op tijd, hou ik van' (man). Aangezien nog niemand tot nog toe heeft geraden dat ik uit Nederland kom, heb ik dat tijdens onze cruise dan ook angstvallig verborgen gehouden om hun en mijn niveau op pijl te houden. De cruise voer langs het strand waar James Cook ooit aanmeerde en we zagen inderdaad een groepje tuimelaar dolfijnen! Super leuk. We voeren nog verder naar The hole in the Rock (naam spreekt voor zich) waar de ferry doorheen zou varen. 'Ah dat past makkelijk' (man) ... iets dichterbij 'nou?! ... nouhou?! Pfoe ja! Die man kan sturen zeg!' (man). Er was ook een aardige Spaanse meneer die wat foto's had gemaakt waar ik ook op stond dus die zou hij even appen. FOUT 1. Geef als blondine nooit je telefoonnummer aan een Spaanse meneer. Er volgden nog tig berichtjes over wat ik ging doen, waar ik heen ging en of we wat zouden eten. Ik hoefde niet eens te liegen dat ik ziek was, want na de cruise ben ik nog gaan parasailen, waardoor ik de volgende dag, op weg naar Rotorua, een fikse verkoudheid te pakken had. Eigenlijk best handig, want Rotorua staat bekend om de 'geothermische activiteit van vulkanische oorsprong'. Kort samengevat; het meurt er naar rotte eieren. Lang leve de verstopte neus! En lang leve de paracetamol want hoewel ik me belabberd voelde had ik maar een paar dagen in Rotorua en was er veel om te zien. De volgende dag ging ik namelijk naar Hobbiton! Door de paracetamol voelde ik me gelukkig stukken beter en Hobbiton was onwerkelijk om te zien. Het staat er! Alles! Tijdens de tour krijg je wat meer te horen over alles om de films heen; waar de crew sliep, welke boom nep is in Hobbiton en dat twee piloten hun brevet zijn kwijt geraakt door over de set te vliegen terwijl dit strikt verboden was. In de winkel wat souvenirtjes gekocht en eenmaal terug in Rotorua voelde ik me zo goed dat ik voor de volgende dag een tripje naar thermisch wonderland Wai O Tapu boekte. En dát beste bloglezertjes had ik beter niet kunnen doen... hoewel het erg interessant was om al die thermische wonderen te zien, was het niet zo'n best idee om met 28 graden celcius een paar uur in de zon rond te banjeren. En zo gebeurde het, heus waar, dat ik tegelijk kou had gevat én een zonnesteek had. Ik zou een award moeten krijgen. Gelukkig ben ik met beide bekend dus heb ik de rest van mijn Rotorua tijd op bed gelegen en veel gedronken. Twee dagen later vertrok ik naar Turangi waar ik 10 dagen zou WWOOFen op Ahwi Farm. Een educatief centrum voor duurzaamheid, zo luidde het op de site. *** Dit bericht wordt onderbroken door een plotselinge drang tot het spotten van kiwi's. Morgen meer ;) ***

Waarom je moet springen voor een meisje en andere zaken

Okeeey, we gaan het weer proberen op den mobielen telefoon. Allereerst hartelijk bedankt voor de reacties! Super leuk om te lezen :) Inmiddels hebben mijn voetjes zich van Auckland verplaatst naar Dargaville en van Dargaville naar Paihia (en de rest van mijn lichaam gelukkig ook). Maar laten we beginnen bij het begin; Auckland. City of sails. En het was weer even wennen, dat backpackers bestaan. Geen privacy, geen ruimte, alles delen, geen rust. Nu is het in Auckland natuurlijk ook rete druk in de hostels, dus ik werd er meteen volop in ondergedompeld. Oplossing: lekker naar buiten. Ik herkende he-le-maal niets meer van 10 jaar geleden dus ik kon in elk geval op ontdekkingstocht. Natuurlijk de winkelstraat bekeken, naar de haven gelopen en hangen in het park bij de universiteit. Aangezien ik niet graag steden fotografeer en daarom altijd terugkom met 100 foto's van een boom, maar niet één van bijvoorbeeld een hoofdstad, had ik mezelf voorgenomen om daar maar eens verandering in te brengen. Opdracht: zoek mooie dingen in de stad. Ik raakte aan de praat met een 'echte' fotograaf die me nog wat bezichtigingstips gaf dus vol goede moed op pad. Helaas heb ik niks kunnen vinden wat ik mooi vond (het blijven gebouwen...), dus heb ik maar gefotografeerd wat andere mensen mooi vinden in Auckland en dat werkte prima. Na 2 dagen zocht ik mijn heil wat hogerop, in Whangarei. Eigenlijk ging ik er alleen heen om maandag de bus naar mijn WWOOF adres in Dargaville te kunnen pakken, dus ik had me totaal niet georiënteerd. Ik was dan ook blij verrast dat ik ten eerste een erg relaxed hostel had geboekt (the cell block) en dat er van alles te zien en te doen was in Whangarei. In de bus had ik zitten kletsen met Anna, een gelijkgestemde dame uit Duitsland (waar anders, echt het stikt hier van de Duitsers. Weleens in Zeeland op het strand geweest tijdens een Duitse feestdag? Wel, in Nieuw Zeeland zijn het er meer!) dus daar 't plaatsje wat mee rond gelopen. De volgende dag wilde ik naar de watervallen lopen, zou ongeveer 2 uur one way zijn. Dikke prima. Onderweg kwam ik een d-tour tegen naar de lookout. 40m stond er. 'Is de moeite waard' zei een passant. Top. Die 40 meter extra kost toch maar 5 minuutjes... ja Annelien... 40m Annelien... 40 minuten dus Annelien... 40 minuten bergopwaarts Annelien! Eerlijk is eerlijk na al het gezweet en gehijg was het uitzicht inderdaad de moeite waard, maar ik moest nog 40 minuten terug naar beneden en dan nog 1.5 uur naar de waterval lopen. Welja, goede training voor de Milford Track en dan ga ik gewoon met de bus terug. Het was een mooie wandeling en ook de waterval was zeker de moeite waard. Lekker mn broodjes opgegeten op het strand en even bijgekomen. Helaas was het zondag. En op zondag rijden er geen bussen in Whangarei. Dus 2 uur teruglopen langs dezelfde weg. Dat was iets minder. Na een wandeling van 6 uur was ik weer terug in het hostel. Gelukkig hoefde ik niet te koken want ik had de dag ervoor voor 2 dagen pompoensoep gemaakt. De pompoenen, mango's en avocado's zijn hier super goedkoop trouwens. Yumyum. En dat jongens en meisjes was Whangarei want de volgende dag vertrok ik dan eindelijk naar Dargaville. Ik zou een week verblijven bij Nye en haar kinderen en helpen met de werkzaamheden. Nye heeft, samen met haar ex man, een biologisch boerderijtje en ze leven van het verkopen van de oogst op de markt. Ik heb de hele productieketen meegemaakt. Onkruid gewied, geoogst, verpakt en verkocht op de markt en ook gegeten (zoooveel avocado's!). 's Avonds met zn allen op het strand eten, lezen, een film kijken of op kiwi jacht (helaas alleen kiwi's gehoord en niet gezien). Nye is een eigenaardig vrouwtje. Vietnamees van oorsprong, maar al sinds haar 6e in NZ. Ze gelooft in het goddelijke, in elfjes, in the law of attraction en dat je, als je zwanger wilt raken van een meisje, je na de paring (hahaha) op en neer moet springen om de snelle zaadcellen af te remmen. De slome zorgen namelijk voor meisjes (voor een jongen; met de benen omhoog). En ze is vegetariër omdat vleeseters uit zullen sterven, kweekt alles biologisch, maar koopt het in de winkel niet biologisch en recycled alles maar doet op de markt alles in plastic zakjes. Tijdens het werk is ze commanderend op het kattige af en buiten werktijd klopt ze je schaterlachend op je schouder tijdens de film. Eén en al tegenstrijdigheid, maar ik heb het prima naar mijn zin gehad. Ze stond vanochtend speciaal vroeg op om afscheid te nemen en ik mocht altijd terugkomen. En na een week Dargaville ben ik dan nu in Paihia beland. Heerlijk. Zon, zee, strand, even heel wat anders. Ik ben vanmiddag naar het museum hier geweest en heb weer wat geleerd over de Maori's en over het ontstaan van het Nieuw Zeeland zoals wij het kennen. Morgen ga ik op een cruise om dolfijnen te spotten en de eilandjes hier te verkennen en overmorgen alweer op naar Rotorua. Al zoveel gedaan, nog zoveel op de planning en week 3 is nog maar net begonnen! Ik heb er zin in! Voor nu zeg ik welterusten en tot de volgende keer!

5 landen 5 dagen

Oké... dit wordt een uitdaging, een blog typen op de telefoon. 'Vroeger' stond er in elk hostel minimaal 1 computer maar met de wifi van tegenwoordig niet meer. We gaan een poging wagen en als je dit leest is de poging gelukt ;)

Maandagmiddag begon mijn avontuur op Schiphol. Het uitzwaaicomité van ouders, broer, bff en vriend voorlopig vaarwel gezegd en ietwat zenuwachtig opweg naar de douane. Toch mijn eerste (en wie weet laatste haha) solo reis. Het begon allemaal niet erg soepel. Ik moest mijn handbagage helemaal uitpakken en hij moest 3x door de scanner, maar uiteindelijk mocht ik dan toch op weg. Ten minste... dat was de bedoeling. Vlak voor we zouden vertrekken werd iemand onwel en die besloot, na medisch advies, toch thuis te blijven. Gevolg: 1,5 uur vertraging. Bijkomend gevolg: uitzwaaicomité zwaaide verkeerde vliegtuig uit haha. Maar al met al vond ik het niet heel erg want nu hoefde ik bij mijn overstap op Dubai maar 1,5 uur te wachten i.p.v. 3. Daarna op naar Bangkok waar ik een nachtje bleef slapen. Eenmaal in Bangkok beland werd ik opgehaald door iemand van de reisorganisatie die vroeg waar de rest van mijn gezelschap was (denk je alleen op reis te zijn... ) Aangezien ik geen idee had werd ik alleen naar het hotel gebracht waar ze vroegen of ik voor alle 3 personen kwam inchecken. Ik werd nu toch wel nieuwsgierig naar mijn mysterieuze reisgezelschap maar kreeg een kamer voor mij alleen. De citytrip die mij beloofd was, was niet geboekt dus daar achteraan geweest en gelukkig kunnen regelen. Inmiddels was het 20.30 lokale tijd, had ik al zo'n 30 uur niet geslapen (ik slaap heel slecht in vliegtuigen) en moest ik voor de citytour om 07.30 paraat staan dus dook ik mijn bedje maar eens in. Na een redelijke nacht was ik klaar om Bangkok te verkennen. En zowaar, bij de receptie... mijn mysterieuze reisgezelschap! 2 jongens uit Limburg. Zij wisten dan weer niks van de citytour af die ik (blijkbaar) ook voor hun had geregeld. De citytour ging langs 3 tempels en onze gids was Suki. Geen typische Thai want hij had volop commentaar op de koning en het hele machtsysteem daar. Nog even wat gegeten, noodles met garnalen en daarna alweer op naar t vliegveld. Volgende stop: Sydney! Na wederom een slapeloze vlucht had ik, dankzij mijn overstaptijd van 12u, een paar uur om de stad in te gaan. Een opalcard gekocht voor de trein, ingestapt ennn... telefoon kwijt. KUT. Gestolen of op het perron gevallen. De trein was al op weg dus de volgende halte eruit en weer terug gereden. Gelukkig gaan die treinen vaak. Maar ook op het perron geen telefoon. KUT KUT KUT. Nog net niet huilend en stappenplan verzinnend naar het loket gelopen om te vragen wat ik het beste kon doen. 'Are you Annelien?' Eh ja? 'Annelien Klunder?' Had de beste man mijn telefoon gevonden! Zoooo blij! Dus lekker Sydney in geweest. Alle mij al bekende plekjes opgezocht, het hostel, woolworths, harbour bridge, oprah house en de gloria jeans. Helemaal gelukkig. Na een mooie dag op naar t vliegveld, op naar Auckland! Ik viel inmiddels wel bijna om van de slaap en ik was zo moe dat ik, ondanks de 15 kinderen aan boord, toch een ietsiepietsie had geslapen. En dan, donderdagnacht, eindelijk in Auckland aangekomen. Hallooooooo Nieuw Zeeland! Inmiddels is mijn accu bijna leeg en moet ik nog eten. De reis vanaf Auckland lezen jullie hier binnenkort (kunnen jullie ook een beetje bijkomen ;))

Sneeuw, Snert en Kiwi's

Terwijl de snert staat te pruttelen kan ik jullie mooi even updaten over het andere groen dat al een tijdje bij mij in de week staat... kiwi country! (oftewel: Nieuw-Zeeland). Het komt nu toch wel erg dichtbij! Vanochtend stond ik op met een brok in mijn keel. Mijn laatste normale werkdag heb ik eigenlijk woensdag al gehad. Donderdag was een half dagje en vandaag hoef ik alleen vanavond een paar uurtjes te werken. Maar die brok in mijn keel is van de verkoudheid die ik inmiddels heb opgelopen

Wink
Als dat maar goed gaat... Goed, een update. Ik krijg zo her en der de vraag wat ik allemaal ga doen en ik heb zo her en der verteld dat ik t/m eind februari eigenlijk al 'vast' zit aan mijn planning, dus ik heb alles maar eens op een rijtje gezet voor mijn nu al trouwe blog lezers:

Maandag begint mijn grote avontuur. En of het ver vliegen is? ... JA! Ik kom pas donderdagnacht aan in Auckland. Ik slaap namelijk nog een nachtje in Bangkok en doe daar wat sightseeing én ik heb in Sydney een overstap van 12u ofzo dus de planning is om daar op Circular Quay een Starbucksje te pakken en naar the Opera House te turen. Maar goed. Donderdag nacht in Auckland dus.

Dan begint mijn volgeplande eerste maand... Allereerst heb ik de ochtend na aankomst om 10:00 's ochtends (hel!) mijn oriëntatie bijeenkomst. Belastingpapieren invullen (ik reis op een Work & Travel visa), telefoonnummer regelen, bankzaken, dat soort spul. Dan lekker een middagje Auckland om de volgende dag al naar Whangarei te vertrekken. 'Waarom Whangarei?' hoor ik jullie denken (althans, hoor ik Jacquelien en Aafke nu denken haha). Omdat, trouwe bloglezers, ik vanuit daar 2 nachtjes later naar Dargaville vertrek voor mijn eerste WWOOF adres. WWOOF is een beweging waarbij je in contact komt met voornamelijk duurzame en biologische boerderijtjes waar je, tegen een paar uur werk per dag, kunt eten en slapen. Dargaville is my home for the week.

Na Dargaville heb ik een weekje vrij! Nouja vrij... mijn tweede WWOOF adres is in Turangi. 'Waarom Turangi?' hoor ik jullie denken (althans...). Wel, ik wilde graag een adres in de buurt van Lake Taupo en de Tongario Crossing en die vond ik in Turangi! Een educatief centrum over duurzaamheid dat gerund wordt door een Maori dame - verkocht! Maar, dat betekent ook dat ik in mijn 'vrije' week alles gepland heb wat ik wil zien tussen Dargaville en Turangi. Dus dat weekje breng ik denk ik door in Rotorua. Lekker toeristisch en dicht bij Hobbiton!

Het volgende stukje planning was even stressen en rekenen. Ik had namelijk welgeteld 4 dagen om van Turangi naar Te Anau te komen. Dat is zeg maar van halverwege het Noorder eiland naar bijna het zuiden van het Zuider eiland. 'Waarom Te Anau?' hoor ik jullie denken (althans, behalve Jacquelien en Aafke). Wel, vanuit daar ga ik de Milford Track lopen! Eén van de mooiste wandeltochten ter wereld

Laughing
Maar goed, moet je er wel heen natuurlijk. Dus, alles bij elkaar was de snelste en goedkoopste optie om vanuit Turangi met de bus terug naar Auckland te gaan, en de volgende dag vanuit daar met 't vliegtuig naar Queenstown te vliegen om vanuit Queenstown weer met de bus verder te reizen naar Te Anau. Maar, het is gelukt! Ik heb zelfs bijna alle hostels en bustickets al geboekt. En daarna heb ik nog 1,5 maand om te doen waar ik zin in heb. Ik hoop wilde kiwi's te spotten op Stewert Island, stiekem hoop ik de Kakapo te kunnen zien, ik wil een zipline doen, Abel Tasman NP bezoeken, walvissen zien en vooral heel, heel veel genieten!

Ik hoop jullie regelmatig op de hoogte te kunnen houden van mijn avonturen en mooie foto's te plaatsen zodat jullie kunnen meegenieten. Als je wilt kun je je aan de rechterkant van de pagina inschrijven voor de mailinglist. Dan krijg je een berichtje als ik iets nieuws heb geplaatst.

Ik ga nog even genieten van mijn voorlopig laatste weekendje Nederland. En dat met sneeuw. En snert. En kiwi's

Wink

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Travel Active