here's to never growing up

Hoogtepunt

Wauw, ik loop een half eiland achter met mijn blog... tijd om jullie de komende dagen bij te kletsen! (prepare...) De reis vanaf Ahwi Farm ging dus via Auckland en Queenstown (en een vliegtuig daar tussenin) naar Te Anau. Ik had expres een paar nachten extra geboekt zodat ik me kon voorbereiden op de Milford Track. Daar moest Te Anau natuurlijk helemaal op ingericht zijn, met zoveel meerdaagse wandelroutes in de buurt! De twee winkels die outdoor spullen verkochten waren daar, met hun beperkte assortiment, inderdaad helemaal op ingericht. De rest van het plaatsje niet echt. Hoewel ze wel verdraaid lekkere pies verkopen, maar daar heb je op een berg niet echt iets aan. Toen ik erachter kwam dat de longsleeves die ik nog wilde hebben 200 nzd per stuk waren heb ik ze maar laten hangen... Gelukkig had ik in het hostel ook nog een andere mogelijkheid ontdekt; Bev's camping gear hire... "alles voor de niet voorbereide backpacker" (ok dat was niet echt hun slogan maar het past wel). Vol goede moed liep ik erheen om erachter te komen dat er merkwaardige openingstijden waren. Van 09:00-12:00 en van 17:30-19:00. Aangezien ik geen zin had om een half uur voor de deur te wachten (het was 17:00) besloot ik de volgende dag terug te gaan. Ik moest immers nog genoeg andere voorbereidingen treffen en ook nog wat uitrusten. De volgende dag haalde ik mijn kaartjes voor de track op, bekeek ik de weersvoorspellingen (zon!), had ik een goed gesprek met mijn knie (daarover zo meer) en vergat ik naar bev's camping gear hire te gaan. Hmmm, onhandig. Ik had nu namelijk nog één mogelijkheid om te gaan en met al die wandelaars konden spullen best wel eens uitgeleend zijn. Lichte stress. Daar kwam nog bij dat mijn knie begon te protesteren. Ik had half Nieuw Zeeland al doorgelopen en net nu ik een paar dagen rust had begon ze te zeuren. Dan maar even langs de apotheek voor een knieband en nog naar de supermarkt om eten in te slaan want dat hike voedsel was me met 10nzd per maaltijd veel te duur. Na 2 uur in de supermarkt besloot ik dat mijn dieet zou bestaan uit een ontbijt van havermout op waterbasis met dadels, de lunch uit rijstwafels met pindakaas, een mueslireep en op de zwaardere dagen knijpfruit (hier alleen op de babyafdeling te krijgen) en als avond eten instant pasta/rijst/noodles met cheddarkaas want dat spul vergaat toch niet. Ohja en als toetje twee kleine koekjes en thee. Na mijn avontuur in de supermarkt, wandelen rond lake Te Anau en hangen met de roomies, was het tijd om de tas in te pakken. Met 5 kilo aan eten (ik moest helaas voor mijn 4 dagen in Milford Sound ook eten meezeulen aangezien daar geen supermarkt is) lukte het me niet om binnen mijn beoogde 10 kilo te blijven. Dus ging ik uiteindelijk met bijna 15 kilo op pad. En voor de oplettende lezer; ik had bij Bev's twee longsleeves én een pole (alles voor de knie) kunnen huren. Op de ferry naar Glade Wharf, de start van de track, kon ik mijn steentje bijdragen aan de Nieuw Zeelandse ongediertebestrijding door het doodmaken van enkele ongewenste doch aanwezige rittens. Lang leve de werkervaring. Mijn humeur was wel even van slag, maar na een prachtige ferry tocht scheen het zonnetje niet alleen op maar ook in mijn hoofd. Eindelijk! Mijn Milford Track avontuur kon beginnen. Aanvankelijk was ik best een beetje zenuwachtig aangezien ik nog nooit met zoveel bepakking had gelopen, maar ik was er al achter dat bijna niemand dat had, dus dat moest goedkomen. De eerste dag zou sowieso een eitje zijn aangezien de eerste hut slechts 2 uur lopen was. Vol goede moed ging ik op pad. Aanvankelijk was ik licht teleurgesteld want ik liep alleen maar door bos. En dat soort bos had ik al heel veel in gelopen. Gelukkig veranderde dat al snel en na het passeren van de eerste bruggen en waarschuwingsborden kreeg ik uitzicht op de bergen. Whoooohooooo. Het duurde niet lang of de eerste hut, de Clinton hut, kwam in zicht. Ik was zowel aangenaam verrast als teleurgesteld. De hut was namelijk best luxe voor een hut. Er waren meerdere gasstellen om op te koken, warm water, normale toiletten en leesvoer. Dikke prima. Daar kwam nog bij dat Ranger Ross de real life versie van de GVR was, minus het taalgebruik. Alleen ik vond het minder dat ik de slaapkamer deelde met minstens 20 mensen (ik vind 6 al veel) en dat er weliswaar matrassen waren, maar dat je dat niet voelde als je lag. Oh well. Ik besloot vroeg mijn bedje in te duiken en dat had weinig nut want de meeste wandelaars hadden blijkbaar nog nooit een slaapkamer gedeeld met 'vreemden'. Dus lieve bloglezertjes, mochten jullie ook tot deze groep toebehoren, dan wil ik jullie graag kennis laten maken met een aantal van mijn slaapzaal etiquette;
1. Gij loopt met lichte tred - ik zweer het, die mensen maakten meer lawaai dan een olifant in een porseleinkast

2. Gij houdt uw mond dicht - praten doe je maar in de keuken of lounge

3. Gij ontsteekt geen licht - je zorgt gewoon dat je weet waar je spullen liggen en als het echt niet anders kan pak je je mobiel ofzo. Niet de plafonière.

4. Gij loopt één keer in en/of uit - niet eerst om naar de wc te gaan, dan om je boek te pakken, dan om naar de badkamer te gaan en nog gewoon een keer voor de leuk

5. Gij pakt uw tas in voor 21:00 op de avond voor vertrek - niet om 06:00 in den ochtend

6. Gij sluit de deur zachtjes - echt waar, je kan het, probeer het maar eens


Namens je toekomstige roomies en ik alvast bedankt!

Na een korte, maar uiteindelijk toch goede nachtrust vertrok ik als één van de eersten weer. Vandaag zouden we sporen van de oude telefoonlijn zien, de vogels die Ross had beschreven proberen te spotten en een aantal meertjes en watervallen passeren. De wandeling zou een uur of 6 duren vandaag. Ik was helemaal in mijn element, hoorde en zag meer vogels dan ik ooit bij elkaar had gehoord en gezien en maakte kennis met de weka en de sandflies (Austrosimulium, een soort zandvlo, maar dan anders). Ik raakte er al snel gewend aan om te praten tegen mijn lichaam (kom op beentjes!) en de bomen en bergen te groeten. En, hoewel ze niet terug praatten (ik ben niet helemaal koekkoek), begrepen ze me volgens mij prima want ik kreeg prachtige dingen te zien en de zon bleef schijnen. En dat is uitzonderlijk voor Fiorland. 4 dagen geen regen is daar een droogte. Ik kreeg er 7. Ook mijn knie hield het goed vol. Alleen mijn borstbeen begon aan het eind van de dag zeer te doen, maar met wat meer rust momenten was dat te doen. Ik arriveerde zowaar als één van de eersten bij de Mintaro hut. In de buurt zou een goed meer zijn om te zwemmen, dus besloot ik een kijkje te nemen. Nu zwemt ondergetekende alleen als het water boven de 25°C is en ik had al zo'n vaag vermoeden dat het water in de bergen dat niet ging halen... dat hoefde ik zelf niet te ondervinden. Het luisteren naar het gegil van twee Amerikaanse kerels die kopje onder gingen zei me genoeg. Een Nederlandse jongen bezweek onder de groepsdruk en ging met zichtbare tegenzin ook gillend het water even in. Daarna waren alle blikken op mij gericht... ik heb vriendelijk lachend mijn middelvinger opgestoken - ik blijf wel Annelien natuurlijk. De instant pasta smaakte best ok en de nachtrust was iets aangenamer nu iedereen moe was van het lopen. De volgende dag zou de zwaarste zijn. De dag waarop we naar het hoogste punt zouden klimmen. De Mackinnon pass. De ranger had ons soort van gewaarschuwd dat niet de klim, maar de afdaling het meeste van ons lichaam zou vergen en als we poles hadden moesten we die zeker gebruiken. Dag 3 vertrok ik ergens in de middenmoot. Dat gaf direct een hele andere ervaring omdat je regelmatig andere wandelaars tegen komt. De klim, waar ik best een beetje tegenop had gezien, viel me mee. Er waren vrijwel geen treden (ik háát treden). Het pad ging geleidelijk en zigzaggend omhoog. En ik was gelukkig. Heel erg gelukkig. Het is zo fijn om je zo klein en nietig te voelen tussen al die gigantische bergen. En dan het uitzicht vanaf de top... ik had er eeuwen kunnen blijven. Helaas was dat geen optie. Er stond me nog een afdaling van een paar uur te wachten. En dat was inderdaad pittig! Je knieën krijgen continue een dreun en doordat het uitzicht weinig verandert heb je ook geen afleiding. De weg leek eindeloos en het enige waar ik aan dacht waren de Sutherland falls en de koffie en thee die bij de volgende shelter zouden zijn. Toen ik daar eindelijk aankwam bleek dat de meeste wandelaars zich precies hetzelfde voelden. Gelukkig konden we onze backpack in de shelter achterlaten om naar de Sutherland falls te wandelen, met 580 meter de hoogste waterval van Nieuw Zeeland. Waar je in alle folders leest dat je een regenjas moet meenemen vanwege de hevige nevel, konden wij niet wachten om nat gesproeid te worden. De Amerikanen gingen uiteraard het ijskoude water weer in, waar ik besloot om op zo'n 20 meter afstand te blijven. En, voor de nieuwsgierige lezer, daar werd ik nog steeds zeiknat. Heerlijk. Alsof de dag nog niet perfect genoeg was zag ik op de track naar de falls een aantal kaka's én de zeldzame blue duck! Eerder op de dag had ik ook al kea's gezien. Whoooohooooo! Na 10 uur wandelen kwam ik dan eindelijk bij de hut aan. Het laatste stuk heb ik flink doorgelopen. Ik heb ondervonden dat je dan minder last hebt van pijntjes. We hadden nog één dag te gaan en die stond vooral in het teken van de boot halen. Ik was dan ook al vroeg op pad, met stiekem nog een andere reden. Ik wilde héél graag een kiwi zien en 's ochtends vroeg was er een kleine kans. In de ochtendschemer keek ik overal goed om me heen, maar het mocht niet zo zijn. Of toch? Om 07:30, het was al helemaal licht, ritselde er iets in de bosjes. Ik keek naar links en zag nog nét een kiwi heel hard wegrennen! Het ging zo snel dat ik niet eens echt goed zag of het een kiwi was, maar het kon eigenlijk niks anders zijn. Het kersje op de taart! Verder was het ook de dag dat ik me even pionier voelde. We passeerden namelijk het oudste deel van de track, dat sinds het ontstaan (1880 geloof ik) nooit gewijzigd is. Hoeveel mensen zouden daar al overheen hebben gelopen? Aan het einde van dat stuk hebben de makers hun naam gekerfd en dat is nog steeds te zien. Bijzonder! Het laatste stukje Milford Track heb ik afscheid genomen. Van de bomen, de bergen, de watervallen en de vogels. Ik was ze allemaal dankbaar voor deze mooie ervaring. Er was één dier waar ik graag afscheid van nam en wel bij Sandfly point, het einde van de track. De sandflies! De Maori legende gaat dat toen Fiordland geschapen was, de sandflies werden losgelaten bij sandfly point, om er zeker van te zijn dat de mens er vooral niet te lang zou blijven hangen. Een wijs besluit. Ik had nog een paar dagen in Milford Sound tegoed. Ik kayakte, deed de cruise en keek elke dag naar de sound maar het viel allemaal een beetje in het niet. Daar boven op de berg, de Mackinnon pass, waar ik klein en nietig was, dát was mijn hoogtepunt :)

Reacties

Reacties

Mama en papa

Het lezen van je blog is ook steeds een hoogtepunt :) Het is weer een heel boeiend verhaal!

Gaby

ik krijg heeel veeeel zin om te klimmen.
wat leuk om te lezen !!!!!!!!!

Nicolette

Prachtig verhaal! Super wat je beleeft en wauw die Milford Track!


{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Travel Active